3. 6c Nog Nieuwer!!! P.O. Economie1,2 De Dow Jones Beurscrash van de jaren1920!!!

P.O. ECONOMIE

volgens de opdracht tijdens 6c 2002

Alexander Botev (begin van) Praktische Opdracht Economie


DE Beurscrash op Wallstreet in de jaren 1920’s

structuur van de Praktische Opdracht bestaat uit vragen en antwoorden.

- Inleiding en samenvatting

- Negen Belangrijke Beurscrash begrippen


1..Wat gaat er vooraf aan een Beurcrash?


2..Wat is een Beurcrash?


3.Wat leidt tot een beurscrash?


4.Wat zijn de financiële oorzaken van de beurscrash?


5.Wat zijn de financiële gevolgen van een Beurscrash?


6.Wat zijn de Gevolgen voor de Banken van een Beurcrash?


7.Wat zijn de gevolgen voor de consumenten en de maatschappij van een Beurscrash?


8. Wat zijn de mogelijke gevolgen voor een Beurs na een aandelen crash?


9. Wat waren de gevolgen voor de rest van de wereld, met name Duitsland?


10. Wat waren de financiële gevolgen voor de VS?


11. Conclusie


12. Nawoord





Inleiding en samenvatting

De Speculatie (beleggen met geleend geld) in aandelen van Autobedrijven op Walstreet in De V.S. leidde tot een mondiale financiële crisis in de jaren 1920's van de vorige eeuw. Het ruime overgewaardeerde aanbod, van auto's sloot niet bij de consumenten vraag aan. Deze conjuncturele misloper zorgde voor een Beurscrash met gevolgen van dien, dat binnen de V.S. Banken, Leenbanken, Spaarders, Beleggers, Speculanten, en vooral de grote automaatschappijen, waar de geïnvesteerde kredieten heen gingen, op waren. Ook niet te vergeten waren met kredieten betrokken banken buiten de V.S. die samen met de in de V.S. crediteuren een gigantisch kapitaal verloren in de Auto-industrie van de V.S. beurcrash van toen der tijd verliesgevende auto-industrie op Wallstreet. Dus al deze genoemde partijen kregen een valuta crisis verwant aan de V.S. dollar. Deze gebeurtenis vond plaats in de Jaren 20 van de negentiende eeuw bij Crash van de Dow Jones index op Wallstreet op het eiland Manhattan in de Staat New-York van de Verenigde Staten. De kenmerken van deze beurscrash staan in deze Praktische Opdracht uitgelegd.


Negen belangrijke beurcrash begrippen.

Een paar begrippen gerelateerd aan de Beurscrash in de jaren 1920 zijn.

Een korte omschrijving van wat aandelen zijn; wat is een aandeel en wat is een beursgenoteerd aandeel? Een aandeel is een bewijs van aankoop van een gedeelte van de financiële waarde van een bedrijf.

Een beursgenoteerd aandeel is een aandeel welke op de beurs genoteerd is, en daarop kan winst of verlies gemaakt kan worden, bepaald door de bedrijfswinst of bedrijfsverlies door de conjunctuur van het aandeel. Naarmate het aandeel gevraagd wordt verandert de prijs van dat aandeel. En alle aandelen van het bedrijf samen vormen de totale waarde van het beursgenoteerde bedrijf. Wat ook heel belangrijk is, is of het bedrijf winst maakt met de verkoop van zijn diensten en of producten. dus de winst van de toegevoegde waarde bovenop de brutomarge van zijn geproduceerde producten en of geproduceerde diensten.


Conjunctuur is het op elkaar aansluiten van vraag en aanbod op de markt.

De Conjunctuur sloot in 1920 niet goed bij elkaar aan, omdat toen een te grote dure hoeveelheid auto's aanbod op de markt geproduceerd was, en tegelijkertijd te weinig vraag van deze dure auto's. Ze waren overgewaardeerd voor de te arme consumenten, welke ze niet kochten. Daar liep het dus mis tussen de afgesloten investeringen en, de verwachte winsten op de afgesloten investeringen. Het verlies bij de investeerders was; volledig verlies van hun investering met geleend of met eigen geld, en vaak een overgebleven schuld. Dus deze financiële winst misser door een slechte conjunctuur op de auto markt.


Een grote toename van de investeringen in voornamelijk kapitaalgoederen voor auto’s en de vervaardiging daarvan daarmee samen ook.

V.S. Banken geven geld uit, dat minder waard werd. (omdat de geld dekking uitgegeven was aan eerdere leningen.) Deze banken werden toen niet meer kredietwaardig.

Beleggen met geleend geld, en daarmee onverwacht gigantisch verlies draaien op de aandelenbeurs, en op het leenfonds waar de leningen afgesloten werden.


Overproductie is bijvoorbeeld, dat de nieuwe auto's overbleven in de winkels en fabrieksparkeerplaatsen voor nieuwe auto's en niet binnen de verwachte termijn gekocht en verkocht werden door de consumenten en verkopende autozaken. (autodealers) Deze handeling van overproductie leidde tot verlies op de beurs van de investeerders en verlies bij de Banken. De Overproductie (auto's) moest uiteindelijk onder de netto kostprijs verkocht worden. Waardoor er netto verlies ontstond, en de totale hoge schuld opliep en het aandelen kapitaal crashte. En toen kregen de verwante financiële partners vervolgens een crisis. Denk aan, de in de jaren 20 aan elkaar financieel verwante; Banken, Leenbanken, Spaarders, Beleggers, Speculanten, en grote Automaatschappijen, Auto winkels, en auto verkoop zaken, maar ook de samen investerende banken buiten de V.S. wereldwijd, in deze auto-industrie en kapitaalhandelingen in deze industrie.



Het verschil tussen nettowaarde en bruto waarde is de toegevoegde waarde, De netto waarde is inclusief de bruto waarde en nog inclusief daarbovenop de toegevoegde waarde van het product. In dit geval Auto’s van General Motors als verliesgevend product op de Dow Jones.

1.Wat gaat er vooraf aan een Beurcrash?

Mensen dachten dat ze winst konden maken door geld te lenen, en daarna het geleende geld te investeren in autoproductie dat slecht verkocht. Het geleende geld werd niet terugbetaald aan de banken omdat ze verlies maakten, door de tegenvallende resultaten van de verkoop van de geproduceerde auto’s. Zo kwamen steeds meer mensen in de schuld die geleend hadden voor de V.S. auto-industrie. Dus niet uitgekomen financiële verwachtingen gaan vooraf aan een beurcrash.


2. Wat is een Beurcrash?

Omdat de V.S. auto productverkoop tegen viel, met name deze, waarin op grote schaal werd geïnvesteerd met geleend geld, begonnen de, op de beurs genoteerde aandelen van de autobedrijven te verliezen op de beurs op Wallstreet in New York, en in grote mate , zoals op de grafiek afgebeelde dalende rode aandelenkoers lijn. Zo crashte de beurs in de jaren 20 in de vorige eeuw in de V.S. voornamelijk door tegenvallendede resultaten van de verkoop van auto’s. Daarom crashten de aandelen op de beurs. Dit was een typische beurscrash.




De Grafiek op de vorige pagina, geeft aan de koers met de stijging en daling van de Dow |Jones.

De abrupte daling in de koers is de Crash van de aandelenkoers.


3.Wat leidt tot een beurscrash?

De tegenvallende verkoop van auto’s zorgde voor de beurcrash. De tegenvallende verkoop kwam voornamelijk door de te hoge koopprijs van de auto’s. Ze verkochten niet binnen de afgesproken termijn of slecht of niet, zoals eerst verwacht en afgesproken samen met de investeerders. Het automerk FORD dat beter verkocht dan de duurdere automerken dan General Motors, kwam beter uit de beurs crisis en ging niet failliet tijdens de beurscrisis.

Er werd toen zo minder verkocht dan dat er geproduceerd werd. Daarom vielen de beursverwachtingen tegen van de zo dure auto bedrijven. Zo crashten deze zelfs tot een aandelen dieptepunt, op de Wallstreet aandelenbeurs. In andere woorden leidde dit tot waarde verlies op de aandelen, welke op de beurs staan. Hoofdzakelijk kwam dit toendertijd door de grote tegenvallers op de verkoopresultaten, van de Amerikaanse autobedrijven, dit samen met de slechte aansluiting op vraag en aanbod, de zogenaamde conjunctuur, leidden samen tot een beurcrash op de aandelen op de aandelenbeurs.


4. Wat zijn de financiële oorzaken van de beurscrash?

De consumenten in de V.S. kochten minder auto’s dan dat verwacht werd, omdat een auto toen een te dure investering was voor ze, Door de uitgebleven autoaankoop, bleef de winst uit voor de beursgenoteerde auto bedrijven, en daaruit verlies ontstond. Ik kan dit samenvatten tot Verlies op auto verkoop. Omdat de dure auto’s aanbod sloot niet aan op de dure auto’s vraag. Dit samen leidde tot verlies van de winst van de grote autobedrijven. En ze crashten zo op de beurs. Zoals General Motors en Chrysler en andere grote auto Merken

En dan met name aan de aanbod was dit de danken, met name door de dure prijzen en de grote hoeveelheid van auto's voor die dure prijzen. Maar dan minder was dit de danken aan de

vraag kant voor die auto's omdat de overgrote meerderheid van de consumenten toen arm was in de V.S., arm mede dankzij de beurcrash op Wallstreet Dow Jones Index de automerken aandelen van onder anderen General Motors en Chrysler. Dus ook deze consumenten en investeerders tegelijkertijd konden zich niet meer of meerdere dure auto's veroorloven.. Dus de oorzaak is weer de misgelopen conjunctuur, en ook het over spenderen van de consumenten op de automarkt die leidden tot het crashen van de Dow Jones beurs. En ook het investeren in de diezelfde autoindustrie met geleend geld. leidde voor een groot deel tot het mislopen van de conjunctuur. Dit kwam doordat, men na het lenen van geld, om daarmee te investeren, geen geld meer had om zich een auto te veroorloven. Daardoor liep de conjunctuur ook niet goed, door deze vorm van investering en dit heet speculeren op de aandelenbeurs.


5. Wat zijn de financiële gevolgen van een Beurscrash?

De consumenten welken geld geleend hadden en op de beurs geïnvesteerd en verloren hadden, kwamen in de schulden te zitten. Dit zorgde voor maatschappelijke financiële armoede en financiële onrust in de V.S.

De banken bij wie geleend en niet terugbetaald was, kwamen ook in de geld schuld, of hielden op te bestaan, of moesten meer geld lenen bij andere banken. Met name de leenbanken die in de schuld kwamen waren dit geweest.

Voornamelijk consumenten welke leningen afgesloten hadden bij deze leenbanken en ze daarna niet terug konden betalen zorgden voor schulden en faillissementen.

Dit wil zeggen dat,(niet betaalde hoge) leningen leiden tot banken faillissementen. en schulden van leners. Dit zijn financiële gevolgen van een Beurscrash.

6. Wat waren de gevolgen van een beurscrash, voor de Banken?

Het geld en de kapitaal leningen namen toe, maar werden niet zo als afgesproken aan de Banken terugbetaald, omdat de producten waarin geïnvesteerd werd, vergeproduceerd werden, niet verkocht werden of niet tegenover de daarvoor verwachte netto auto prijs.


Daardoor ontstaat er verlies bij de investeerder bij de producent wat leidt tot dat hij zijn leningen bij de banken niet af kan betalen. Daarop volgt dat de bank zonder terugbetaalde lening verlies draait, en vervolgens verlies draait en op houdt e bestaan. Vooral een leenbank kan daardoor op houden te bestaan omdat leenbanken het meeste geld uitlenen.

Een leenbank is een bank dat winst hoort te maken met het aanbieden van leningen, waarop winstrente voor de leenbank, zit bij het terugbetalen. Als deze soort bank teveel geld uitleent en niets terugkrijgt , dan houd ze op te bestaan of komt in financiële schulden bij de Federal Reserve Bank bijvoorbeeld, of bij andere kleinere financiële instanties waar ze geld heeft geleend, of houdt op te bestaan zonder dat ze zelf leningen heeft genomen en of alleen uitgeleend heeft van haar eigen niet geleende financiële eigendom. In beiden twee de beschreven gevallen is dit slecht voor de bank zelf en voor de geld of kapitaal investeerders van de bank.

Veel leenbanken en gewone banken kwamen op die manier in de schuld, of hielden op te bestaan omdat ze hun eigen leningen niet terug kregen. Ook Spaarders kwamen in het probleem bij deze banken omdat de bank meer schuld dan winst had gemaakt dergelijkerwijs met hun spaargeld, en ze hun spaargeld niet konden opnemen. En al deze plotselinge schulden waren hoofdzakelijk betrokken bij de val van de aandelenkoers bij General Motors bij Chrysler, en bij andere grote V.S. automerken. . ( veel kleine leningen maakten een grote verliesgevende lening), en ook kapitaal leningen zorgden hiervoor (grote leningen) voor aandelen op Walstreet) Beurs Index. De crediterende leenbanken en andere crediterende banken spraken af om meer geld zelf te lenen en zelf uit te lenen, om winst te maken door te voldoen, aan de toen, toegenomen vraag voor geld naar de auto industrie gingen. Tot dat de auto-industrie crashte op de index in Wallstreet, gingen ze door met deze handeling van zelf lenen en zelf uitlenen van kredieten.


Het geleende geld voor de auto-industrie van de Banken kon na de aandelen crash niet terugbetaald worden binnen de afgesproken termijn. Toen moesten de banken meer geld uitgeven, en ontstond er grootschalige inflatie waardevermindering van de USD, en bank faillissementen en vooral klant gebonden faillissementen bij de banken. Dit waren de gevolgen voor de banken.


7.Wat zijn de gevolgen voor de consumenten en de maatschappij van een Beurscrash?

Doordat het geleende geld verloren was gegaan op de beurs kwamen de leners in de financiële problemen en of verloren hun bezit zoals veel gevallen bij bankklanten gebonden faillissementen of deze personen geld spaarders, of geld leners, waren bij de banken, waren ze hun geld kwijt toen de banken op hielden te bestaan. Bij geld leners werd misschien het geleende geld eerder dan afgesproken door de lener of bank teruggevraagd, door de economische crisis. Dit zorgde waarschijnlijk voor armoede en criminaliteit in de maatschappij, omdat sommige mensen helemaal niets meer hadden en anderen in vergelijking met deze armen weer heel veel bezit hadden en geen schulden hadden. Omdat deze mensen niet geïnvesteerd hadden in verliesgevende aandelen. Er ontstond zo door deze beurscrash een groter verschil tussen arm en rijk in de V.S. in de jaren 1920. Dit waren negatieve gevolgen voor de maatschappij en de consumenten van de Beurscrash in de jaren 1920 in de V.S.

8.Wat zijn de mogelijke gevolgen voor een Beurs na een aandelen crash?

Omdat de beurs zo weinig had opgebracht, en zelfs geld verloor na de crash, werd ze als minder financieel aantrekkelijk en zou investeringen verliezen. Maar ze verliest dan ook daarom ook economische status. Dus totdat de beurs stabiel en winstgevend wordt blijft ze onaantrekkelijk. Dit betekende toen teken voor een onstabiele economie en daarnaast nog verliesgevend aan de partners van Walstreet V.S. Dow Jones index, en aan zijn aanverwante investituren, en aanverwante afhankelijke banken, en hulp en steun gerechtigden. Deze mensen hadden toen een heel groot probleem, armoede.


Deze Beurscrash was dus een slecht teken, een teken voor een onstabiele economie, die snel kan crashen door een slecht voorspelde conjunctuur bestaande uit klein vraag en groot aanbod.

Beurs Speculatie duidt op dat, beleggen in aandelen met geleed geld heel risicovol is omdat het geld niet eigen is, maar geleend is en Dit speculatief omgaan met geld, bleek heel makkelijk te kunnen op de Dow Jones index, wat ook heel slecht is gebleken voor de mensen va toen.


9.Wat waren de gevolgen voor de rest van de wereld, met name Duitsland?

Voor Duitsland, en Frankrijk betekende dit nog regelrechtere armoede (Denk aan herstelbetalingen voor de 1e wereldoorlog aan Groot-Brittannië en Frankrijk, deze betalingen voor herstel kwamen niet meer uitbetaald aan Frankrijk en Groot Bretagne omdat Duitsland geen Financiële steun meer kreeg vanuit de V.S. wegens de economische crisis daar. ), en grotere economische en daarnaast ook politieke onstabiliteit waren het gevolg voor centralisering der politieke macht in Duitsland overtollige oorlogsindustrie productie en wegenbouw waardoor Duitsland economisch stabieler werd, en later oorlog ging voeren tegen haar de omringende landen tot aan een wereldoorlog. Het eerste land dat aangevallen werd was Tsjechië omdat daar veel Duitsers woonden en discrimineert werden. Hitler vond discriminatie van Duitsers verschrikkelijk en ging daartegen daadwerkelijk oorlog voeren.

Maar verloor na 5 jaar oorlogvoeren de Wereld oorlog.

Behalve Armoede voor de V.S. betekende deze inflatie dat de rest van de wereld welke financiële steun kreeg voor de crisis, dat ze ten tijde van deze crisis geen steun meer kregen en armer verder moesten leven.

Een internationale geld crisis was het gevolg door de waardevermindering van de USD. Er volgde armoede voor de gerelateerde valuta, aan de USD.

Dit waren, een paar van de gevolgen, van het speculeren met geld op de beurs in de V.S. in de jaren 1920.


10. Wat waren de financiële gevolgen voor de V.S.?

Waarschijnlijk waren de staat en de nog rendabele binnenlandse banken genoodzaakt om de schulden af te lossen van de gecrashte index, om hem te redden, en was de Bruto Binnenlandse schuld opgelopen door het aflossen van de niet terug betaalde leningen van; Banken, Leenbanken, Spaarders, Beleggers, Speculanten, en de grote Automaatschappijen, Auto winkels, en auto verkoop zaken, en anderen binnen en buitenlandse crediteuren van deze de instellingen, en mensen. Dus een verhoogde bruto binnenlandse en buitenlandse schuld was het indirecte gevolg van de crash van de Dow Jones beurs op Wallstreet, in de jaren 1920. Dus het BBP bruto binnenlands product van de V.S. ging naar beneden; eerst door het opgelopen verlies op de aandelen op de Dow Jones beurs, en daarna door het redden van de crediteuren en instellingen gebaseerd op hoge verwachtingen voor winst.


en dan later door financiële hulp voor het aflossen van de schulden van de schuldeisers, door binnenlandse banken.


11.Conclusie

Speculatie, bij slechte conjunctuur, werd een verliesgevende, financiële ramp, voor de investituren bij General Motors en Chrysler. Speculatie is een slechte en risicovolle optie voor winst maken. In de toekomst verwachte resultaten, en in het verleden behaalde resultaten op de aandelenbeurzen bieden geen garantie voor winst in de toekomst.



12. Nawoord

(Deze P.O. Economie, moest gemaakt worden en ingeleverd worden, in klas 6b op datum Januari 2003,voor het Schoolexamen van Het Chr. Gymn. Sorghvliet op de Johan de Wittlaan 22 in Den Haag ik vond het belangrijk om deze opdracht af te krijgen op De tasmanstraat 94B Stichting Anton Constandse, op kamer E)

Profiel Economie En Maatschappij met Latijn