24. 3b De Doodshoofdvlinder - Jan Wolkers (Een begrafenis na een autoongeluk)

Boekverslag Nederlands

Titel: De Doodshoofdvlinder

Auteur: Jan Wolkers

Uitgeverij: De Bezige Bij

Uiterlijk Boek

Het boek De Doodshoofdvlinder heeft een heel bijzonder uiterlijk, dat ik nu ga beschrijven.

Het boek zelf is middelgroot. Het heeft een zwarte harde kaft, met daaromheen een losse papieren hoes. De voor- en achterkant van het zwarte kaft zijn leeg. Op de kant van het harde zwarte kaft staat met gouden letters geschreven: “Jan Wolkers De Doodshoofdvlinder”. Naast de gouden tekst staat er ook een gouden bijtje bij. Dat is het symbool van de uitgeverij.

Nu de beschrijving van de losse hoes. Op de voorkant van de witte hoes staat een grote goudgerande lichtviolette rechthoek waarop een schilderij met bloemen. Daarboven staat met donkerblauwe letters de naam van de schrijver en de titel. De achtergrond van het hoesje is wit. Op de rand van de hoes staat met zwarte letters “Jan Wolkers De Doodshoofdvlinder”. Op de achterkant van de witte hoes staat een goudgerande zwartwitte foto van Jan Wolkers met daaronder een korte analyse van het NRC Handelsblad en daaronder korte informatie over de maker van de omslagillustratie. Daaronder in de rechter hoek staat de ISBN nummer en de Barcode van het boek. Op de linker binnenkant van de hoes staat een korte samenvatting van het boek. Op de rechter binnenkant van de hoes staat in het zwart geschreven: “Iconen van de literatuur”. Daaronder staan acht bekende Nederlandse schrijvers met een van hun bekende boeken.

Tijd waarin het boek zich afspeelt

Het verhaal speelt zich in chronologische volgorde af. Verder heeft het boek weinig aanwijzingen van de tijd waarin het verhaal zich afspeelt. Daardoor kan ik niet al te veel tijdsvoorbeelden met beschrijvingen noemen, maar er zijn zeker een paar. Dat zijn de auto’s. De auto’s geven aan, dat het verhaal zich in de moderne tijd afspeelt

.

“Met gillende sirene en blauw zwaailicht kwam een politiewagen door de mist aanrijden. Je zag een hele poos alleen maar dat schelle blauwe licht alsof het vloog. Toen reden ze hun witte mercedes het trottoir op. Er kwam ook een politiemotor achter hen aan. … In de verte hoorde Paul de aankomst van een ambulance.”

Er zijn ook flashbacks:

“Hij liep naar de schuur toe en liep naar binnen. Dezelfde geur van vroeger. Alsof er ergens een kist met aardappels met bleke uitlopers stond te verschrompelen. De pekelgeur van het snijbonenvat onder de werkbank. Stiekem hier vrijen met mijn eerste meisje dacht hij.”

Innerlijk en uiterlijk van de hoofdpersoon

In dit verhaal is Paul de hoofdpersoon. Hij is midden dertig en hij is leraar Engels op een middelbare school. Hij heeft bruin haar. Hij woont in een alleenstaande huisnaast een polder ergens in de buurt van Schiphol. Zijn huis heeft drie verdiepingen. Hij komt uit een rijke familie en heeft twee auto’s. Een Volksvagen en een Jaguar. Hij is bijna altijd netjes gekleed en heeft een garderobe met dure en chique kleren. Voor hem is het heel belangrijk om goed gekleed te zijn. Hij houdt niet van slecht geklede mensen. Zijn innerlijk is ook kenmerkend. Hij is streng opgevoed in een grote christelijke familie met vijf kinderen. Hij kan goed opschieten met zijn broers en zusters die nu van elkaar gegroeid zijn. Dat van elkaar groeien zit hem erg dwars. Een van zijn broers overlijdt in de Tweede Wereldoorlog. Er wordt niet precies verteld hoe dat gebeurt. Zijn vader heeft een belangrijke rol gespeeld in de vorming van zijn karakter. Paul beschouwde zijn vader altijd als een tiran. Dat kwam doordat hij fanatiek godsdienstig was en omdat hij zijn kinderen streng heeft opgevoed. Al is kinderen dachten hetzelfde als Paul over hun vader. Ook de moeder van Paul heeft een belangrijke invloed gehad op zijn innerlijk. Zij was voor hem een persoon die hem met veel liefde behandelde en voor hem zorgde. Zij spoorde hem altijd aan om te doen wat zijn vader wenste, ook al was het in haar ogen fout. Zijn moeder is altijd een passieve persoon geweest volgens Paul.

Samenvatting van +- 100 woorden

Paul is een zesendertig jarige leraar Engels in Amsterdam. Op een ochtend wordt Paul door zijn zus opgebeld dat hij snel naar zijn vader moet komen omdat hij op sterven ligt. Hij besluit om meteen naar zijn vader te gaan. Onderweg krijgt hij een aanrijding met Tina, welke hij later in het ziekenhuis bezoekt. Eenmaal aangekomen bij het huis van zijn ouders is hij te laat om zijn vader levend aan te treffen. Dat wordt hem op verschillende manieren kwalijk genomen door zijn familie. De volgende vijf dagen worden alle voorbereidingen genomen voor de begrafenis van zijn vader. In die tijd laaien de ode familieruzies weer op. Aan het einde van de vijfde dag wordt de vader begraven.

Diepere betekenis

De dood is iets onvermijdelijks en iets heel natuurlijks. Iedereen gaat ooit dood met alle gevolgen van diens dood. Over hoe over een dooie wordt gedacht ligt het aan hem en hoe hij geleefd heeft en hoe hij voor anderen was in zijn leven. Als je een tiran voor je kinderen bent geweest, is het niet gek dat iedereen opgelucht heeft als je dood bent gegaan.

De dood van de vader wordt vooral door zijn vrouw en een van zijn dochters pijnlijk en zwaar depressief verwerkt. Dat komt waarschijnlijk doordat hij de meest naaste persoon in hun leven geweest is, die zij nu voor altijd kwijt zijn.

Eigen mening

Het overlijden en de daaropvolgende begrafenis zijn heel belangrijke gebeurtenissen in het leven van mensen. Ik vond het daarom een belangrijk boek voor mij omdat iedere en mijn familie wel eens een dergelijk moment heeft dat een vader of een opa doodgaat en dat daarbij verschillende emoties oplaaien.

Ik vond het ook een leerzaam boek omdat het de interne familie relaties goed beschreven en uitgelegd worden. Bijvoorbeeld hoe de dode vader de kinderen tijdens zijn leven heeft opgevoed. En wat deze kinderen van deze opvoeding vonden.

Het boek maakte droevig omdat ik steeds aan onze eigen familiebegrafenissen moest denken waarbij ik naaste mensen de laatste eer heb moeten bewijzen. Ik kon me goed inleven in de droefheid en zowel in het zoveel mogelijk gewoon doen van de hoofdpersoon Paul, omdat ik zelf ook gemixte emoties heb gehad op een dergelijk moment.

Ik vond dit boek ook een heel pijnlijk boek omdat het steeds over de dood van een man gaat, en over een auto-ongeluk waarbij mensen bezeerd raken, wat ook pijn uitdrukt. Bijvoorbeeld in het begin van het verhaal crasht Paul met zijn auto op de auto van Tina in waarbij zij bezeerd raakt. Dat deed me denken aan pijn.

Omdat Paul niet echt droevig was, wat je zou verwachten, en hij steeds de situatie probeerde te analyseren en zich zo gewoon mogelijk te gedragen, is hij heel sterk. Paul overdreef niet zo over de dood van zijn vader. Hij heeft mij een nieuwe soort van gedrag laten zien voor en tijdens een begrafenis. Een flink soort gedrag. Daarom is Paul mijn held.